Wouter van der Schaaf

Een vriend van me zei ooit: “Onze dochter studeert nu in haar tweede jaar aan de universiteit van Utrecht. Ja, het gaat goed met haar, ze studeert hard. Het enige dat niet goed liep was haar huisvesting. We wisten al dat dit lastig zou zijn voordat ze naar Utrecht ging. Daarom ook was ze lid geworden van een studentenvereniging. Op die manier hoopte zij via het hospiteersysteem ergens een plek te vinden in een studentenhuis. Maar dat viel bitter tegen. Zij hospiteerde links en rechts maar kwam nergens binnen. Nergens koos de groep die het huis bewoonde voor haar. Dat verbaasde haar en ons. Elke keer weer die afwijzing. Wat was er mis met haar? Tot het ons daagde. Onze dochter is niet het vlot gebekte type. Is soms wat introvert. Is ook niet het type van de ‘well-to-do’ dat je vaak aantreft bij studentenverenigingen. Is in een aantal opzichten dus afwijkend in denken en doen van de meiden in de studentenhuizen waar onze dochter hospiteerde. En wat bleek binnen het hospiteersysteem: wie afwijkt van de norm krijgt direct te maken met een afwijzing. Alleen een kopie van de groep werd aanvaard en uitverkozen.”

De dochter waarover ik hoorde is een blond meisje uit het Gooi. Maar hoe zou het zijn voor een donkergekleurde dochter die lid wordt van een studentenvereniging en gaat hospiteren? Ik denk dat ze geen schijn van kans heeft. Naar mijn idee doet die niet eens een poging om te hospiteren omdat ze bij voorbaat weet dat het niets wordt.

Ik moest hier aan denken toen ik het verhaal van Joris Luyendijk hoorde op de conferentie van de Gelijke Kansen Alliantie (klik hier voor meer informatie). Samen met de projectleider van Welkom in mijn Wijk luisterde ik naar Luyendijks verhaal over onbewuste patronen van uitsluiting. Over de blanke, hetero, seculier, man, randstad, middenklasse, hoog opgeleid: een groep die 4% vormt van de Nederlanders. “Kijk eens naar wie in bedrijfsleven, politiek en media de toonaangevende gezichten zijn”, zei hij. “Die vallen allemaal in dezelfde categorie van 4%. Dus er is echt een probleem van uitsluiting. We zijn met die 4% een bevoorrechte groep.” Weten dat het toch wel goed met je komt, gaat gepaard met arrogantie. Het gaat hier niet om ongelijkheid maar om onrechtvaardigheid.

Luyendijk vertelde over zijn tijd in Engeland. Over het onderwijs met staatsscholen en privéscholen. “Ze vinden het in Engeland volkomen normaal dat als je al het meeste hebt, dat je dan ook nog eens in een exclusieve privé school komt. Want dat betekent je succesvolle toelatingsexamen tot de Engelse samenleving.  Zeven procent gaat naar privé scholen en twee-derde van alle topbanen gaat naar die 7%.”.

Onderzoek van de Inspectie toont aan dat de kansenongelijkheid ook in het Nederlandse onderwijs  bestaat. Dat de dobbelstenen van jongs af aan al zijn gerold en dat ze vervolgens veel te stil liggen. Dat is het systeem. Het systeem van insluiting van wat het zelfde is en uitsluiting van wat anders is. Een onacceptabel systeem.  Mensen van de Rijksoverheid, gemeenten én scholen moeten er samen voor zorgen dat onderwijs iedereen gelijke kansen op succes geeft.

Wouter van der Schaaf is voorzitter van het bestuur van Welkom in mijn Wijk.