Tal Wijtman

Gister stond ik op de metro te wachten, toen er plotseling een meisje op het perron kwam staan. Ze was aan het huilen, misschien uit verdriet, maar het kon ook zijn dat ze pijn had. Ik wist niet wat ik moest doen. ‘Zal ik haar helpen?’ Dacht ik. Uiteindelijk deed ik niets, want ik had geen idee wat ik had moeten doen om haar te helpen.

Op dat moment begon er een belletje bij me te rinkelen: niemand op het perron besteedde aandacht aan haar, hoewel er duidelijk iets aan de hand was. Iedereen stond aan de grond genageld, naar z’n telefoon te staren, proberen het te negeren, waarschijnlijk wachtende tot andere mensen in actie zouden komen. Dit fenomeen wordt het omstanderseffect genoemd.

Bij dit effect is er dus sprake van een noodsituatie waarbij een aantal mensen toekijkt, maar niemand ingrijpt. In theorie wordt er gesproken van ‘Hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.’

Mensen zijn echte kudde dieren. Ze kopiëren elkaars gedrag, zowel bewust als onbewust. Dat is maar al te goed te zien bij het omstanderseffect. Als er niemand is die de persoon in nood helpt, zullen andere mensen het meestal ook niet doen.

Op zo’n moment staat iedereen voor een dilemma. Je moet kiezen tussen twee normen. De eerste norm is dat je iemand helpt in nood. De tweede norm, de veiligste, is dat je doet wat de meeste mensen om je heen doen, niets, in veel gevallen.

Ook ik kwam gister in dit conflict te staan met mezelf. Toen ik achteraf terugdacht aan het feit dat ik het meisje niet vroeg of ik haar kon helpen, maakte het me een beetje boos, op mezelf, maar eigenlijk ook op de andere mensen die op het perron stonden.

Vaak wordt er vanuit gegaan dat hulp niet nodig is, omdat de rest ook niet ingrijpt, of mensen worden onzeker en denken dat andere mensen beter in staat zijn om te helpen.

Dat het omstanderseffect er is, dat weten we nu wel, maar wat kunnen we er tegen doen?

Ten eerste: Je moet durven uit die schaapachtige kudde te breken. Daar begin je mee door erbij stil te staan dat jij deel bent van die groep. Vervolgens is het een kwestie van de zaak rationaliseren. Bedenk dat deze persoon hulp nodig heeft en dat blijkbaar niemand anders iets doet.

Als je niet weet waarmee iemand hulp nodig heeft, of hoe het opgelost kan worden, is er maar één simpele oplossing: vraag het!

Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Door durven los te breken uit een groep, kan je iemand misschien wel hele waardevolle hulp bieden, of een beter gevoel geven. Dan hoef je volgende keer niet meer met een schuldgevoel door te lopen en maak je iemands dag een beetje beter. Dat klinkt als een win-winsituatie!

Tal Wijtman liep stage bij Dander.