Carol Burgemeestre

Mijn man, van Indonesische, en ik van Indische afkomst, hadden het idee dat wij bij ons tweede kind, een zoon, extra goed moesten handelen in de opvoeding. We wilden hem beslist niet laten opgroeien als een Aziatisch prinsje. In ons land van herkomst, maar niet alleen daar, ook hier, zagen we jongens die onuitstaanbaar waren geworden door de bevoorrechte behandeling in hun opvoeding.

Zo hadden mijn man en ik alle twee ooms die, om het mild uit te drukken, niet echt sociale wezens waren geworden. Hoe kwam het dat onze intelligente en sociale grootouders toch hun oudste zonen een opvoeding hadden gegeven die hen in een groot aantal opzichten onuitstaanbaar hadden gemaakt voor hun omgeving?

Een oudste zoon krijgt vanaf zijn geboorte zoveel aandacht, dat hij er bijna onder bezwijkt. Hij raakt er aan gewend dat iedereen voor hem loopt en beschouwt het als normaal dat zijn vrouwelijke familieleden hem met alle egards behandelen. Zo een zoon hoeft zich niet te bedenken hoe hij, op zijn beurt, op een leuke manier met zijn familieleden omgaat. Een dergelijke zoon was voor ons het schrikbeeld.

Op de dag van de geboorte gaven we een groot feest voor familie en vrienden, opgelucht dat de bevalling goed was verlopen. Een week later ontvingen we een pakket uit Sumatra, het Indonesische eiland waar mijn schoonvader vandaan komt. De oudste zoon van de oudste zoon werd verwelkomd met een mooi opgetekende stamboom, een prachtige ulos en een peci hitam. Dat we zo een pakket ontvingen was overigens de enige keer, want bij de geboorte van onze dochters hoorden we niks uit die regio.

Onze zoon, een makkelijk en vrolijk kind, groeide op in een sfeer van familie, samen eten en behulpzaamheid. Het werd een lief kind dat altijd klaarstond voor de oude tantes, ons hielp zonder dat we het hoefden te vragen en het opnam voor zijn oudste zusje. Op school sprong hij in de bres voor kinderen die geplaagd werden en zich niet goed konden verdedigen.

Hij, zijn zusjes en nichtjes konden goed met elkaar overweg. Elk weekend zagen ze elkaar in hun oma’s huis waar ook alle oudooms kwamen en iedereen bijdroeg aan de maaltijd. Vaak werd het gezelschap aangevuld met vrienden van de familie en de tantes, de ongetrouwde vriendinnen van hun oma.

Maar zijn favoriete familielid was van jongs af aan zijn oudste oudoom. De oudste en meest verwende broer van zijn oma. Een oom die getrouwd was, zelf geen kinderen had en waar hij altijd terecht kon om te spelen en te logeren. Het was de oom die hele speurtochten uitzette, samen met hem Kung Fu films keek en de oom met wie hij messen ging gooien in de garage. Juist aan die oom heeft hij, naar eigen zeggen, wel een heel bijzonder mooi deel van zijn jeugdherinneringen te danken.

Carol Burgemeestre is auteur van het boek Indisch Familieverhaal, maker van de documentaires zoals Actief Oud en IndoNu. Verder is zij een van de initiatiefnemers van de Indische rondvaart en was zij samenwerkingspartner van Dander bij onder meer Opstapweek voor Ouderen.